Oost-Afrika - Reisverslag uit Lusaka, Zambia van Peter - WaarBenJij.nu Oost-Afrika - Reisverslag uit Lusaka, Zambia van Peter - WaarBenJij.nu

Oost-Afrika

Door: Peter

Blijf op de hoogte en volg Peter

14 November 2012 | Zambia, Lusaka

Ik ben alweer in Zuidelijk Afrika aanbeland, en dat zonder dat er ook maar een woord door mij geschreven is over de 3 a 4 maanden die ik in Oost-Afrika doorgebracht heb. Dat probeer ik bij deze te herstellen met een samenvatting van mijn avonturen op dit bijzonder fraaie stukje aarde.

-----

Nog een keer bestel ik mijn favoriete Ethiopische maaltijd voor ik de grens met Kenya oversteek. Ik word niet begrepen. De vervelende geldwisselaar die me al een kwartier aan het achtervolgen is komt nu plotseling van pas als vertaler. Even later krijg ik compleet iets anders dan besteld. Het is geen probleem, het komt me in Ethiopie zelden voor dat iets me wordt voorgeschoteld dat niet smaakt. Ik zal de Ethiopische keuken nog lang blijven missen. De hele affaire is typisch voor de haat liefde verhouding die ik met het land heb opgebouwd.
Mijn paspoort is na een goede acht maanden op weg een fraai kleurijk stickerboek geworden waar menig kleuter met jalozie naar zal kijken. De officier van emigratie heeft moeite het geheel te doorgronden, dat ik 3 verschillende visa voor alleen Ethiopie heb helpt daarbij niet. Nadat ik de beste man wegwijs gemaakt heb in mijn paspoort krijg ik toestemming mijn weg naar Kenia te vervolgen. Daar informeer ik nog even naar de veiligheidssituatie in het Noorden van het land voor ik mijn 50 dollar overhandig voor weer een nieuwe sticker in mijn paspoort. De situatie is rustig, voor zolang het duurt. Met deze bemoedigende woorden in mijn achterhoofd vraag ik de eerste beste militair die ik tegenkom waar ik een hotel kan vinden. Duur of goedkoop? Ik ga voor goedkoop. In Moyale blijken 2 opties, een hotel boven mijn budget en een hotel onder mijn budget. Voor minder dan 3 euro krijg ik iets wat in een eerder stadium waarschijnlijk als gevangeniscel gefunctioneert heeft. In het gebouw weet ik geen douche of wc te lokaliseren. Wellicht toch die emmer in de hoek van de kamer die ik voor prullenbak had aangezien...
Puur voor de aanwezigheid van een w.c. besluit ik mijn diner te nuttigen in het dure hotel, makkelijk te lokaliseren als enige gebouw met meer dan 1 verdieping. Dat Moyale geen prettige introductie in Kenya is, met het typische 'einde van de wereld' gevoel, verrast me niet. De gedachte die overheerst is wat de snelste manier richting beschaving is. En juist die vraag heeft geen eenvoudig antwoord. Op de bekende Cairo - Kaapstad route is het Noorden van Kenia de zwarte vlek. Het enige gedeelte dat niet over asfalt is af te leggen en, erger, regelmatig scene is van dodelijk geweld tussen stammen en waar voertuigen regelmatig doelwit van bandieten zijn. Niet dat het geweld tegen buitenlanders gericht is, die komen hier bijna niet, maar er zijn meer 'verkeerde plaats, verkeerd moment' verhalen te vinden dan ik zou willen. In de ruige, uitgestrekte, savanne heeft de regering van Kenia weinig controle. Of is het misschien beter te zeggen dat de regering er weinig interesse in heeft. In het boek van Paul Theroux dat ik aan het lezen ben wordt een heel hoofdstuk aan de route besteed, en nadat hun truck beschoten is door bandieten zegt een medepassagier: 'Ze zijn niet geinteresseert in je leven, maar in je schoenen'. Een prettig gegeven, al ben ik enigszins gehecht geraakt an mijn schoenen. Een ander gegeven is dat nog geen 2 maanden geleden vijandige stammen het Noorden omgetoverd hebben tot slagveld met enkele honderden doden tot gevolg. Zoals vaak is de aanleiding tot dit alles de diefstal van een koe. En hoe raar dit ook klinkt, voor mij is dit geen slecht nieuws, meestal volgt na een periode van geweld een periode van rust. Al enkele weken hoop ik iemand te vinden die dezelfde route wil afleggen. Helaas hebben alle reizigers die ik tegenkom met dezelfde plannen hun vliegticket naar Nairobi al geboekt.

Ik ga zo snel mogelijk op zoek naar vervoer. Er is een dagelijkse bus, maar deze blijkt volgeboekt. Een dag extra in Moyale klinkt niet aantrekkelijk. Er zijn voldoende trucks die de tocht ook maken en omdat het de voor lokals de meest gebruikte manier van reizen is lijkt het geen probleem een betaalde lift te vinden. De prijzen lijken me nogal hoog en ik besluit dat mijn onderhandelingspositie in de ochtend beter zal zijn. Als ik terugloop naar mijn celblok wordt er plotseling een ongekende hoeveelheid water over mij en de rest van Moyale uitgestort. De stoffige straten veranderen snel in modderstromen en iedereen vlucht naar een veilig onderkomen. De vriendelijke gevangenismanager informeert me dat regenseizoen gisteren begonnen is, iets eerder dan verwacht. De wegen zullen nog slechter zijn dan normaal en trucks doen geregeld 30 a 40 uur over de tocht naar Isiolo. Hij zal me morgen helpen vervoer te vinden. Ik probeer op tijd te gaan slapen, maar de regen en gedachte aan morgen houden me nog een tijdje wakker.

Ik sta gelijk met de zon op en maak me klaar voor wat komen gaat. De gevangenismanager komt me enthousiast tegemoet en zegt goed nieuws voor me te hebben. Er is een landcruiser die de tocht gaat maken en passagiers meeneemt, de prijs is hetzelfde als tussen het vee op de trucks en hij heeft alvast een plaatsje voor me gereserveerd. En hoe interessant het ook is om als gelijkwaardig aan een koe vervoerd te worden (dat kan ik zeggen uit ervaring), het klinkt als muziek in de oren. Wachtend op mijn vervoer zorgt de bus die compleet volgeladen wordt voor voldoende vertier. De bus blijkt een omgebouwde truck, iets anders dan trucks en landcruisers red het niet over deze wegen wordt me toevertrouwd. Ik ben vooral blij niet in de bus te zitten. Voordat de bus vertrekt worden nog een aantal zwaar bewapende soldaten op het dak gezet en herinner ik me dat comfort misschien niet mijn grootste zorg is.

Ik bemachtig een prima plaatsje in de landcruiser, die uiteraard ook volgeladen wordt, op de achterbank met mensen links en rechts van mij. Er zit een aardge jongen naast me die opvallend goed engels spreekt en perfect gezelschap vormt voor de lange rit. Hij vertrouwd me toe dat de laatste 2 plaatsen opgevuld worden met soldaten. Het is niet verstandig zonder te reizen op deze wegen. De laatste 2 plaatsen worden gevuld met betalende passagiers en samen met mijn buurjongen grap ik dat ik de beste plaats heb. Eventuele kogels worden opgevangen door hem en mijn andere buren. Als we eindelijk vertrekken komt ons een nieuwe stortbui tegemoet.

De weg is inderdaad niet best, maar de chauffeur is kundig genoeg om de meeste problemen te omzeilen. Ik geniet van de uitgestrekte Savanne en hoop stiekem wat dieren tegen te komen. Op een groot aantal apen na weet ik niets te ontdekken. Hoe verder de rit vordert hoe meer ik me op mijn gemak voel. We hebben een redelijke vaart en halen voldoende trucks in om me te overtuigen dat we wellicht in een dag nog in Isiolo aan kunnen komen. Het idee dat hier gevaar op de loer licht lijkt steeds onwaarschijnlijker. De begroeiing is schaars, en het is vooral de enorme leegte die indruk maakt. Af en toe komen we onderweg wat leden van de verschillende stammen tegen. Makkelijk te herkennen aan traditionele kledij. Mannen gekleed in kleurrijke rok, en met gespierd ontbloot bovenlijf uitgerust met pijl en boog en een speer klaar voor actie. Het vormt een indrukwekkend geheel. Een van de weinige gebieden in Kenia waar de stammen nog volgens oude tradities leven en kleden zonder al te grote invloeden van buitenaf. Als we af en toe een pitstop maken in de kleine dorpjes die we onderweg tegenkomen maken groepjes stamleden in exotische talen een praatje met elkaar. Ondertussen word ik aangestaart alsof ik de vreemde vogel in dit bonte geheel ben. Deel van mij zou graag meer tijd in dit deel van Kenia doorbrengen om meer te weten te komen over de bijzondere levenswijze van de stammen. Het andere deel wil dat het gestuiter in de landcruiser zo snel mogelijk voorbij is. Net voor middernacht komen we in Isiolo aan, schoenen nog comfortabel om mijn voeten, het laatste deel over een prima stuk asfalt. Ik leer dat er gewerkt wordt aan een compleet geasfalteerde weg tussen Isiolo en Moyale, uiteraard onder Chinese supervisie, zodat ook dit stukje avontuurlijk Kenia snel voorbijgeraasd kan worden.

Na een nacht in een comfortabel bed en een warme douche realiseer ik me pas dat ik weer in een nieuwe wereld terecht ben gekomen en dat het leerproces weer opnieuw kan beginnen. Ik ben in het donkere Afrika, vlakbij de evenaar, waar ik al zolang naar uitgekeken heb. Ik vertrek meteen uit Isiolo omdat er weinig te doen is. Mijn angst dat Kenia erg toeristisch is en voor een arme backpacker weinig te bieden heeft blijkt ongegrond. Het is waar dat de grote safariparken waarvoor, met recht, het gros van de toeristen voor naar Kenia komt ver buiten mijn budget liggen en dat ik er geen eentje van bezoek. Daarvoor in de plaats ontdek ik een land met fantastische mensen, waanzinnig natuurschoon, de mooiste kustlijn die ik ooit gezien heb, eindeloze mogelijkheden van avontuurlijke excursies zonder dagenlang een andere toerist tegen het lijf te lopen en een onwaarschijnlijk saaie keuken. Dat laatste zal ik meteen toelichten. Een willekeurig lokaal restaurant in Kenia serveert hoe dan ook gefrituurde kip met friet. Waarmee de niet geringe omvang van veel vrouwen waarschijnlijk meteen verklaard is. Daarnaast is een zekerheidje op het menu Ugali, een puree achtige substantie meesral,gemaakt van millet en mais. Naar mijn bescheiden mening compleet smakeloos en iedere ugali maaltijd waartoe ik verplicht wordt kost me steeds meer moeite. De meeste Kenianen zweren bij ugali, als ze het kunnen veroorloven het liefst 3 maal per dag. Een gemiddelde portie ugali kost een halve euro. Het is zelfs zo erg dat als ik nieuwe Keniaanse vrienden uitnodig (op mijn kosten) voor een maaltijd in een fatsoenlijk (naar mijn mening) restaurant er prompt geweigerd wordt als ugali op de menukaart blijkt te ontbreken.

Wat me in mijn eerste dagen het meest opvalt is de orde die heerst. Ik hoef geen ruzie te maken over de busprijs en kan zelfs meestal een kaartje kopen. Ik hoef mijn stoeltje met niemand anders te delen. De tankstations lijken op tankstations en zijn niet een verlaten pomp of iemand met een grote kan en fles. De eerste goedgevulde supermarkt die ik binnenloop lijkt een soort van paradijs. Ik vraag me af of in hoeverre de maanden zonder (comfortabele) voorzieningen in soedan, ethiopie en somaliland invloed op mijn mening hebben. In hoeverre een directe vlucht vanuit europa een compleet andere indruk zal opleveren.


Het kost me niet veel moeite aan het relaxte ritme van Kenia te wennen. De steden en dorpjes bestaan voornamelijk uit kleine huisjes en winkeltjes, kleurrijk beschilderd met merknamen waarbij vooral de telefoonmaatschapijen goed vertegenwoordigd zijn. Heb je er een gezien, heb je ze allemaal gezien gaat bij deze dorpjes zeer zeker op. Het leven speelt zich vooral op straat af en hoewel ik niet vaak lastig gevallen wordt gaat er geen dag voorbij zonder aangenaam gesprek of vriendelijke daad door de Kenianen. De overvloed aan goedkoop fruit op iedere hoek van de straat is een genot op zichzelf. Dat Kenia safari bestemming nummer 1 van Afrika is ontgaat mij ook niet en als ik lees over een park waar het mogelijk is jezelf terug in de voedselketen te plaatsen door er op de fiets rond te touren is mijn volgende bestemming snel duidelijk. Dat Lake Baringo National Park niet of alleen in kleine getalen beschikt over dieren die voor eventueel gevaar kunnen zorgen maakt het gevoel je op een fiets te bevinden tussen struisvogels, zebras, impala, zwijnen, bufallos en giraffes niet minder bijzonder. Hoogtepunt zijn waarschijnlijk de honderdduizenden flamingos die het meer roze kleuren en massaal op de vlucht slaan als ik in de buurt dreig te komen.

Het rondreizen in regenseizoen is niet zonder uitdagingen en het komt met regelmaat voor dat ik met de rest van Kenia een tijdje sta te schuilen. De reactie van de meeste Afrikanen bij de minste dreiging van regen blijft een mooie observatie. Een onmiddelijke vlucht naar veilig onderkomen waar pas van geweken wordt als zeker is dat de laatste druppel gevallen is. Het complete leven komt tot stilstand, en gaat weer verder als de straten tot modderpoel zijn achtergelaten. Als ik de lange reis naar de kust gemaakt heb lacht het geluk me meer toe en de week die ik doorbreng op prachtige parelwitte verlaten stranden zie ik geen enkele druppel regen. Het is moeilijk om hier niet te relaxen. Het relaxen onderbreek ik af en toe met een bezoekje aan oude Swahili ruines die getuigen van vroege handelsnederzettingen en de komst van de islam.

Tussen het bezichtigen van wildlife en natuur door zit rondreizen door Kenia vol met aangename verassingen. Het komt meer dan eens voor dat ik te gast ben bij mensen thuis voor het avondeten, of dat ik rondgeleid wordt in kleine dorpjes en me bekend kan maken met de manier van leven in Afrika en de bijbehorende problemen en uitdagingen waar de mensen mee te maken hebben. Het vervelende hierbij is dat ik meestal ugali krijg voorgeschoteld en mijn uiterste best moet doen om de extra grote portie die ik krijg met een glimlach op het gezicht weg te werken.
In Nakuru, een van de meest toeristische bestemmingen in Kenia, raak ik bevriend met wat souvenirverkopers waar ik een paar dagen mee doorbreng. Het kost me wat moeite om te geloven dat alle souvenirs handgemaakt zijn. Als ik zelf een dag aan het helpen ben met het snijden, schuren en verven van houten giraffen en olifantjes kom ik erachter hoeveel werk er in gaat zitten en kan ik niets anders dan respect opbrengen voor de mensen die dit doen. De tijd, moeite en kundigheid die in het maken van de souvenirs gaat zitten is indrukwekkend. Ik beloof mezelf bij eventuele aankoop van souvenirs in de toekomst niet het onderste uit de kan te willen halen. Wat ik tijdens mijn tijd in Nakuru merk dat de wil om iets tegen bepaalde prijzen te verkopen vaak te maken heeft met de noodzaak die het met zich meebrengt wat geld te verdienen. Ondanks dat het niet allemaal even makkelijk lijkt te zijn om rond te komen voor sommigen is de socialiteit onderling indrukwekkend te noemen. Waarbij in essentie de meeste verkopers concurrentie van elkaar zijn is iedereen bereid spullen van een ander te verkopen en wordt opbrengst ogenschijnlijk probleemloos verdeeld onder alle belanghebbenden.

Voor ik mijn weg naar het westen van Kenia vervolg op weg naar Tanzania/Rwanda breng ik een bezoekje aan Lake Naivasha en het nabij gelegen Hellls Gate National Park. De laatste vooral vanwege de ruige naam. Hells Gate NP is de lokatie van een prachtige vallei waar onder andere scenes voor een van de Tomb Raider films zijn opgenomen. En, een stuk belangrijker, was dezelfde vallei volgens mijn gids de inspiratie voor de scene uit de lion king waar musafa heldhaftig aan zijn einde komt. Het ultieme afrika-gevoel!
Hoe verder ik in het westen kom hoe ruiger en afgelegen alles aanvoelt. Vooral openbaar vervoer is hiervan vaak een goede indicatie. Ik denk al het een en ander meegemaakt en gezien te hebben maar het is bijzonder dat de mensen hier iedere keer een nieuwe manier weten te vinden om hunzelf, en belangrijker, mij te pijnigen. Het blijkt een goede voorbereiding op de korte omweg die ik maak door Tanzania, waar ze er nog een schepje bovenop doen.

De week die ik spendeer in het noordwesten van Tanzania staat slechts in het teken van het bereiken van Rwanda. Buiten Lake Victoria, het grootste meer van Afrika, is er weinig te doen en te beleven in dit deel van Tanzania en toerisme is dan ook afwezig. Ik spendeer mijn tijd op mijn favoriete manier door simpelweg rond te wandelen en te zien waar ik uitkom. Lake Victoria weet me constant te verassen met mooie uitzichten en mijn wandeltochten brengen me door kleine dorpjes met het karakteristieke afrikaanse leven. De wegen, of het gebrek daaraan, geeft een beetje een Wilde Westen gevoel aan dit deel van Tanzania en ik ben benieuwd wat het met nog te bieden heeft bij een volgend bezoek.

Als ik Tanzania weer gedag heb gezegd zet ik voet in een van de kleinste landen van afrika, Rwanda. Op mijn visumaanvraag al geadverteerd als 'land van duizend heuvels'. Ik kom er al snel achter dat dit eerder een understatement is dan een overstatement. In de kleine 3 weken die ik gereserveerd heb voor Rwanda doe ik een halfslachtige poging ze allemaal te beklimmen. Helaas faal ik in mijn missie maar zijn de wandeltochten zelden saai. De uitzichten altijd mooi met de oneindige bananenplantages die het landschap van Rwanda karakteriseren. Ik bestempel Rwanda al snel als meest georganiseerde land in Afrika, rondreizen is er haast makkelijk te noemen. Bussen rijden op tijd, vallen niet van ellende uit elkaar en ik hoef zowaar mijn benen niet in mijn nek te leggen. Kigali, de hoofdstad, zorgt voor een prettige introductie met brede schone en relatief rustige straten. De infrastructuur is opvallend goed. Als ik achterop een motortaxi spring krijg ik zelfs een helmpje aangeboden. De Rwandezen zijn rustige, respectvolle mensen en ik kan vrij anoniem over straat. Waar ik bang ben dat het lastig wordt om me in het Frans verstaanbaar te maken blijkt mijn vrees ongegrond. Rwanda doet hard zijn best een wisseling van Frans naar Engels te maken om makkelijker aan te sluiten bij de internationale gemeenschap. De meeste studies zijn volledig Engels met als gevolg dat de jongere generatie uitstekend Engels spreekt en waardoor voor mij hulp nooit ver weg is.

Ik heb geluk dat ik tijdens mijn verblijf in Kigali mag logeren bij (Rwandese) familie van vrienden. Buiten het feit dat het een zeer interessante en unieke manier is om het land te leren kennen word ik ontzettend gastvrij ontvangen en kom ik niets tekort. Waar in het centrum van Kigali niemand meer van een muzungu opkijkt ben ik hier een kleine bezienswaardigheid. Zo kan het zomaar gebeuren dat een klein groepje kinderen me zonder iets te zeggen komt omhelsen voordat ze me weer net zo snel enigszins perplex achterlaten. Het enige nadaal van mijn bijzondere verblijfplaats is het terugvinden van mijn gastfamilie. Twee avonden achtereen krijg ik het voor elkaar hopeloos te verdwalen en moet er iemand naar me opzoek. Het complete gebrek aan licht en het feit dat alle huizen identiek zijn is mijn beste verdediging. In Kigali is niet overdreven veel te doen, maar het is er aangenaam genoeg om een paar dagen rond te lopen. Aan een bezoek aan het Genocide Memorial Museum is niet te ontkomen. Nou zal ik de meesten niet bij hoeven te praten over het trieste stukje historie waarvoor Rwanda bekend is, en het museum biedt niet veel nieuwe informatie voor degene die een beetje ingelezen zijn maar het biedt een mooie en respectvolle herinnering aan de trieste gebeurtenissen die niet vergeten mogen worden. Het zijn vooral de persoonlijke verhalen die je met een brok in de keel weer op weg sturen. Het is opvallend te noemen hoe snel Rwanda hersteld is, al zal hetgeen dat aan de oppervlakte te zien is niet altijd representatief zijn.

Omdat het te voet beklimmen van alle bergen me te lang duurt besluit ik een deel per fiets te proberen. In het afgelegen westen van Rwanda is langs Lake Kivu een 5 daagse fietstocht (of 10 daagse wandeltocht) uitgezet genaamd 'Congo Nile Trail'. Mijn guidebook is kort maar krachtig over de trail, 'je moet of enorm getraind of enorm gek zijn om een poging te wagen deze trail te tackelen'. Dat ik al bijna een jaar nagenoeg niet meer gefietst heb houdt een beetje Nederlander natuurlijk niet tegen. Het regelen van alle formaliteiten gaat opvallend eenvoudig. Er is een goede mountainbike voor me beschikbaar en ik kan onderweg kamperen. Helaas heb ik maar 4 dagen beschikbaar vanwege de boot die ik terug moet nemen dus kan ik een deel van de trail niet doen. Als ik zo vroeg als mogelijk volgens afspraak mijn fiets een dag later op ga halen blijkt deze nergens te vinden. Er wordt een andere fiets opgetrommeld, 3 maten te klein en redelijk afgeragd. Het is maar voor een uur of 2 wordt me verzekerd, dan wordt me een goede fiets nagebracht. Ik ga akkoord en 10 minuten later bevind ik me op de eerste heuvel van de dag. Het wordt me snel duidelijk dat ik een pittige dag voor de boeg heb.

De weg wordt steeds ruiger en de bevolkingsdichtheid steeds kleiner. Verdwalen lijkt hier onmogelijk. Er is maar 1 weg en zolang het meer aan rechterzijde is ga ik de goede kant op. Het uitzicht dat ik heb over het meer lijkt bij iedere kilometer die ik afleg nog mooier te worden. Het grootste deel van de dag bevind ik me tussen boerenland waar voornamelijk de vrouwen op aan het zwoegen zijn. Het werk wordt even onderbroken om de muzungu voorbij te zien ploeteren en hem een 'goodmorning' toe te roepen, ongeacht het tijdstip van de dag. De kinderen, en die zijn er veel, vaak met opgezwollen buikjes vanwege ondervoeding, volgen meestal met een 'how are you' en 'what is your name'. Heuvel op heb ik met enige regelmaat gezelschap van een groepje enthousiaste en energieke kinderen. Vervelend zijn ze eigenlijk nooit, en iedere poging om ze af te schudden mag ik later op de heuvel bekopen. Als het even te steil wordt vormt er zich vaak een groepje kinderen zich om mij heen om mijn fiets mee omhoog te duwen. Halverwege de middag kom ik zowaar voor schema moe maar voldaan aan op plaats van bestemming. Een klein guesthouse naast een koffiewasserij. Ondertussen heb ik nog geen nieuwe fiets en kamperen blijkt ook niet mogelijk. Als ik bij mijn contactpersoon om uitleg vraag wordt me opnieuw verzekerd dat de nieuwe fiets er de volgende dag toch echt zal zijn. Op mijn aandringen wordt er ook nog fikse korting op mijn kamer geregeld. Na een rondleiding op de koffiewasserij en een goede maaltijd is de energie voor de dag zon beetje op en is het tijd voor welverdiende nachtrust.

Als er de volgende dag verassend genoeg geen nieuwe fiets voor me is stap ik weer op mijn kinderfietsje om weer wat heuvels te bedwingen. Ik merk al snel dat mijn benen een stuk minder fris zijn dan een dag eerder en er moet meer gelopen worden dan me lief is. Als later mijn ketting breekt zit er helemaal niets anders op dan lopen. Communiceren met de mensen die ik tegenkom is niet eenvoudig, maar mijn probleem is vrij duidelijk. Een aardige man is bereid zijn dagroutine te onderbreken om me naar een fietsenmaker te brengen. Helaas betekent dit een half uur teruglopen waar ik vandaan kwam, maar ik ben allang blij met de gedachte dat hulp nabij is. De fietsenmaker zijn gereedschap bestaat uit niet meer dan een hamer en een spijker, maar hij krijgt het voor elkaar mijn ketting weer in een stuk op mijn fiets te krijgen. Ik vraag me af hoelang het zal duren voor mijn volgende kettingbreuk maar voorlopig kan ik weer voorruit. Ik laat een klein beetje geld en opvallend blije gezichten achter, en na het bedanken voor bewezen dienst ben ik weer onderweg. De kinderen nog steeds enthousiast, de uitzichten over lake kivu nog altijd adembenemend, de benen nog steeds pijnlijk. Een paar uur later ben ik het meer al een tijdje kwijt, en heb ik het gevoel niet meer op de juiste weg te zijn. Van de mensen onderweg krijg word ik niet veel wijzer en zijn mijn benen zijn in staking gegaan. Rust is ook zelden te vinden, als ik ergens een rustig plaatsje gevonden heb met niemand in de buurt om een bij te komen weten mensen me altijd weer te vinden. En voor ik het weet staat er een groepje om me heen om naar de buitenlander te kijken. Het is allemaal onschuldig maar enigszins genant is het wel.
Iemand weet me te melden dat ik op 'de lastige route' naar mijn bestemming ben. Met geen centimeter vlak vraag ik me af of er routes zijn die niet lastig zijn maar als muziek klinkt het niet in de oren. De enorme onweersbui die eraan dreigt te komen ook niet. Ik realiseer me dat er niet veel anders opzit dan mijn fiets bergop te blijven duwen tot ik erbij neerval. Als dat punt zon beetje bereikt heb komen er 3 jongens langs die mijn fiets overnemen en ongevraagd de taak op zich nemen om mijn fiets bovenop de berg te krijgen. Ik zal er slecht uitgezien hebben. Het doet me goed om te zien dat de 3 jongens er ook flink moeite mee hebben, al heb ik mijn handen vol aan het volgen. Het is nog veel verder dan ik zou willen maar met het laatste beetje energie dat ik heb sleep ik me richting top en daarmee is mijn slaapplaats gelukkig in zicht. De jongens nemen afscheid zonder iets te verwachten voor bewezen diensten. Omdat ik het zonder hun hulp waarschijnlijk niet gehaald had geef ik ze wat Francs gelijkwaardig aan minder dan een euro per persoon. Alsof ze de jackpot hebben gewonnen springen ze van blijdschap en rennen snel weg voor iemand het ze af kan nemen. Later kom ik erachter dat in dit deel van Rwanda hetgeen dat ik gedoneerd heb voor veel mensen gelijkwaardig is aan een dagsalaris. Ik word enthousiast ontvangen bij de familie die me onderdak gaat bieden. De opbrengsten van mijn verblijf gaan naar een rehabilitatiecentrum waar de meesten mensen die in het huis wonen werken. De kinderen spreken opvallend goed engels en laten zich de kans op een potje voetbal met een muzungu niet ontnemen. Mijn gebrek aan energie is geen goed excuus daar onderuit te komen.

Als ik een dag later, nog steeds op mijn kinderfiets, weer onderweg ben duurt het niet lang voordat ik doorheb dat een nieuwe topprestatie er vandaag niet inzit. Gelukkig ben ik maar een paar uur fietsen verwijderd van het enige stadje in de wijde omgeving met fatsoenlijke voorzieningen. Ik besluit daar een halve rustdag in te lasten en me te vestigen in een mooi comfortabel hotelletje op een heuvel met fraai uitzicht over het meer. Wonder boven wonder staat hier een nieuwe fiets op me te wachten zodat ik er nog een stukje van de omgeving mee kan verkennen.
De rustdag heeft me opvallend goed gedaan en met mijn nieuwe fiets kan ik er de volgende dag nog een goede 7 uur tegenaan om nagenoeg mijn beoogde eindpunt te bereiken. Het landschap is meer van hetzelfde maar in betere fysieke en mentale staat een stuk makkelijker om ervan te genieten. Onderweg kom ik nog een tweetal tegen dat de route met gids en porter aan het doen is. Ze zien eruit zoals ik er waarschijnlijk de 2e dag uitzag en gaan nog langzamer omhoog dan ik. Het doet me goed.


Voordat ik naar Uganda ga heb ik nog een paar dagen over voor een snel bezoekje aan Burundi. Dat Burundi op het programma van weinig toeristen voorkomt heeft te maken met de recentelijke burgeroorlog, de enorme armoede (volgens statistieken het op 3 na armste land ter wereld) en het ontbreken van bezienswaardigheden. De situatie is sinds kort rustig, maar er wordt me gewaarschuwd dat de vrede instabiel is. In de paar dagen die ik heb verwacht ik niet veel van het land te kunnen zien buiten de hoofdstad bujumbura, maar het is mooi om een indruk te krijgen. Bij de grensovergang krijg ik meteen te maken met meer bureaucratische ellende. Het uitvallen van de stroom maakt het verstrekken van een visum blijkbaar een complexe bezigheid. De instructies die ik krijg in het frans komen niet helemaal over en mijn vragen in het engels net zo min. Het duurt niet lang voor ik hulp krijg van iemand die voor me kan vertalen en bereid is om een paar hokjes mee af te lopen om alles in orde te maken. De bus en alle andere passagiers staan gelukkig nog netjes te wachten en nadat ik terugverwelkomd ben kunnen we Burundi in.

Van achter een busraampje ziet de wereld in Burundi er niet veel anders uit. Het landschap is gelijkwaardig mooi, de wegen opvallend goed en het straatleven oogt vertrouwd. De wereld veranderd zodra ik de bus uitstap in Bujumbura. In gmijn beste Frans leg ik mijn taxi chauffeur uit waar ik naartoe moet, waarbij ik gelukkig nog wat Franse getallen uit de hoge hoed weet te toveren tijdens de onderhandelingen zodat net lijkt alsof ik weet waarmee ik bezig ben. De grote aanwezigheid van de welbekende hulporganisaties betekent een automatische inflatie van hotelprijzen (de organisaties betalen toch wel), wat voor mij weinig opties over laat. Opvallend genoeg is het in Burundi een stuk warmer dan in Rwanda, wat rondlopen tot een niet eenvoudig te volbrengen taak maakt. Omdat mijn bankpassen geen van alle werken in de pinautomaten en geen van de banken met een verklaring kan komen en ik meteen het grootste gedeelte van mijn dag kwijt Burundese Francs te bemachtigen.

Als alle formaliteiten zijn afgewerkt is het tijd om alle bezienswaardigheden in en rondom Bujumbura af te werken, en daarvoor is een dag meer dan voldoende. De ligging van Bujumbura is waarschijnlijk het meest aantrekkelijke aspect van de stad. Idealistisch omringd door heuvels en het noordelijke puntje van het enorme tangyanika meer dat uitstrekt over de gehele lengte van Tanzania tot in Zambia. Ik begin dan ook meteen met de beklimming van een van de heuvels. In meerdere maten vanwege het uitzicht over de stad en het meer dat helemaal rijkt tot aan Congo, en in mindere mate omdat er ook nog een vrijheidsmonument te vinden is.
Eenmaal aangekomen wordt ik door een niet zo vriendelijke agent toegang geweigerd. Een beleefd 'poerkwa' brengt me niet veel verder. Een minder beleefde variant ook niet, totdat er een mevrouwtje langs komt om me een toegangskaartje te verkopen. Tegen mijn principes in overhandig ik de euro, anders ben ik snel door de beziendwaardigheden heen.
Nadat ik het monument van alle kanten op de foto heb gezet begeef ik me terug naar de stad op weg naar de stadsdierentuin. Op zichzelf al bijzonder dat er een dierentuin te vinden is in een land dat zo enorm geleden heeft onder de burgeroorlog. De dierentuin blijkt ook het een en ander geleden te hebben. Veel van de kooien zijn leeg, en de kooien die zijn gevuld zijn behoorlijk depressief te noemen. Een eenzame chimpanzee en luipaard zijn de hoogtepunten. Al is de collectie alligators en krokodillen wel vrij indrukwekkend. Als ik bij een kooi met konijnen en cavias kom vraag ik een van de beheerders die op me afkomt waarom konijnen en cavias zo bijzonder zijn. Het blijkt dat de arme konijntjes en cavias hier niet zijn om de bekeken en geaaid te worden door bezoekers, maar dat ze gekocht kunnen worden en vervolgens gevoerd aan een krokodil naar keuze. Omdat de nieuwsgierigheid het even wint van de afschuw vraag ik naar de prijs en het proces. Een konijn is 5 dollar, en Cavia nog minder. Oh, en als ik graag wil kan er ook nog een geit voor 40 dollar geregeld worden. Het kan echter een paar uur duren voordat de krokidil de cavia of konijn gevangen heeft. Op land kunnen ze de krokodil een tijdje voor blijven, maar eenmaal te water, en dat moment blijkt vroeg of laat altijd te komen, hebben konijn en cavia weinig kans. Ik bied aan om een konijntje aan te schaffen als vriend voor de depressieve Chimpansee maar dit behoort niet tot de mogelijkheden. En een gelijkwaardig lot voor konijn is niet uitgesloten.
Ik vervolg mijn weg over de straten van Bujumbura langs enkele drukke chaotische, typisch Afrikaanse markten met veel spullen van weinig waarde. De armoede en ellende is het best te merken aan de grote hoeveelheid aanwezigen zwervers die allemaal hun best doen je aandacht te krijgen. De meeste zwervers duidelijk slachtoffer geworden van de gevechten of vreselijke ziekten. Niet dat je veel kunt doen om hier verandering in te brengen, maar je moet stevig in je schoenen staan om het allemaal aan je voorbij te laten gaan als je net de supermarkt uitstapt en bijna struikelt over de 10 zwervers die naar je zwaaien zonder handen of benen.
De laatste bezienswaardigheid op mijn lijstje is te vinden een stukje buiten de stad. Waar Burundi claimt dat het de plaats is waar Stanley de beroemde woorden 'Dr. Livingstone I presume' sprak. Tanzania claimt diezelfde plaats en het is algemeen geaccepteerd dat de plaats in Burundi niet meer is dan een tijdelijke kampeerplaats van beide bekende ontdekkingsreiziger. Hoe dan ook is er een groot rotsblok gegraveerd om de plaats te markeren. De tocht door de buitenwaken en de mooie omgeving maken het de moeite waard.
Een lange hete dag in Bujumbura kan maar op een manier correct afgesloten worden, op een van de stranden aan het Tanganyika meer met een welverdiende Primus.

----

Omdat Jeroen al een prima prestatie heeft geleverd onze Uganda avonturen op dit blog te verwoorden zal ik niet in herhaling vallen door dit nogmaals te doen.

  • 15 November 2012 - 19:10

    Jan En Brigitta:

    He Peter,
    Ik lees altijd met plezier je verslag,
    altijd weer even spannend!!!!
    Doei, groetjes van ons uit Wernhout

  • 17 November 2012 - 13:34

    Ada Waal:

    -eter, ben een mailvriendin van je tante Nellie van Heteren,
    ze stuurt je verslagen altijd aan me door, omdat ik er zo,omtzettend
    van geniet!!
    Fijne reis verder hoor!
    groetjes van Ada Waal ,Zaanstad

  • 20 November 2012 - 18:37

    Jan Bollen:

    Prachtig verslag van je beslommeringen Peter.
    Met veel plezier gelezen.
    Succes met je tocht naar.........

  • 05 December 2012 - 21:28

    Mark & Jenny:

    Mooi verhaal weer peter, hebben het met plezier gelezen!
    We blijven je volgen!

  • 06 Januari 2013 - 15:14

    Jeanne Van Gils:

    Ha di Peter,
    Alle goeds gewenst voor 2013 met nog heel veel reisplezier!!!

    Heb weer genoten van je prachtige reisverslag. Goed te lezen dat je in Rwanda weer goed bent opgevangen (door familie van Lina?). Peter en ik zijn ondertussen opa en oma geworden van een kleinzoon "Emile" (van Bart en Nuna). een prachtig kereltje, geboren 18 december 2012.

    Geniet ze nog en ben weer erg benieuwd naar je volgende reiservaring in .......


    Groetjes van ons uit Rijen (Peter en Jeanne)

    P.S. Jeroen heeft ons bij badminton ook al een keer "ondersteunt".

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Peter

Actief sinds 29 Aug. 2011
Verslag gelezen: 673
Totaal aantal bezoekers 33729

Voorgaande reizen:

17 September 2011 - 30 November -0001

Midden-Oosten & Afrika

Landen bezocht: