Iran - Turkije - Cyprus
Door: Peter
Blijf op de hoogte en volg Peter
15 December 2011 | Cyprus, Larnaca
Alweer zo'n 4 weken verder, en dus evenveel weken aan nieuwe avonturen en belevenissen. Ik was gebleven in Iran, wat op moment van schrijven alweer een ander leven lijkt. Momenteel bevind ik me in Cyprus, een kort uitstapje van het midden oosten terug naar de EU. Een andere wereld.
Qeshm Island & Hormoz Island
Na mijn bezoek en reunie met Nick in Shiraz besluiten we om samen verder te gaan naar Qeshm Island, een klein eiland niet ver van Dubai in de Perzische Golf. De bus/taxi/boot reis ernaartoe verloopt opvallend vlekkeloos maar is tevens lang en vermoeiend. Op het eiland komen we terecht in een hotel dat het best omschreven kan worden als curieus. In de 3 dagen dat we er zijn kunnen we weinig hoogte krijgen van de gang van zaken en alle mensen die er rondlopen. Er is ook weinig reden toe, we komen voor het eiland. Het eiland is een andere wereld van het Iran dat we tot nu toe gewend zijn. Buiten het feit dat het zweten geblazen is met 30 graden zien de mensen er anders uit. Vrouwen zijn meer kleurrijk gekleed en we zien een behoorlijk aantal oudere vrouwen met maskers. Bizar gezicht, en we weten niemand te vinden die ons het verhaal daarachter kan vertellen. Dat nagenoeg niemand engels spreekt kan daarbij een factor zijn. Ons guidebook is wat vaag wat betreft bezienswaardigheden maar de enige praktische manier om het eiland rond te komen lijkt het huren van een taxi voor de dag. Deze is snel gevonden en na spetterende onderhandelingen zijn we onderweg. De taxichauffeur lijkt beter te weten waar we naartoe willen dan wij zelf en brengt ons naar een aantal bijzondere plaatsen op het eiland. Het eiland zelf oogt als woestein, met af en toe wilde kamelen en minitornados op de weg en fantastisch uitzicht over zee. We zien enkele rotswoningen, doen een wandel en klimtocht door een vallei, bekijken een klein vissersdorpje, een tocht langs de mangrovebossen op zee en hoogtepunt van de dag is een boottocht op zoek naar (wilde) dolfijnen en zeeschildpadden. Dolfijnen zijn er voldoende, nooit verwacht dat ik die zou zien in Iran.
De volgende dag verplaatsen we ons naar Bandar Abbas op het vaste land van waar we nog een bezoekje brengen aan een Hormoz Island, een klein eilandje op een uurtje varen. Er is weinig te zien, maar een wandeling door het ministadje en een beklimming van het Portugese kasteel op zoek naar een eenzaam plaatsje om te genieten van het uitzicht en de rust maakt dit uitstapje meer dan de moeite waard.
Het is daarna tijd om afscheid van Nick te nemen, waar ik meer anderhalve week mee heb doorgebracht. Hij gaat weer terug naar Australië.
Kerman
Nadat ik het eilandleven achter me gelaten heb ga ik naar Kerman, een stad in de buurt van de woestijn. Tijdens de busrit word ik bij een checkpoint door een veel te serieuze politeagent gevraagd om mijn paspoort te laten zien. Omdat zijn Engels nog slechter is dan mijn Farsi ben ik niet in staat zijn vragen te beantwoorden en mag ik als enige mee de bus uit. Daar word mijn paspoort nog eens uitgebreid bestudeerd door een aantal andere aanwezige agenten. Ik sta er een beetje ongemakkelijk bij in afwachting van de tolk. Niet dat ik naar mijn mening iets misdaan heb, maar meningen kunnen nou eenmaal verschillen. Bij aankomst van de tolk blijkt meneer agent vooral nieuwsgierig naar mijn doen en laten in Iran en wat ik er allemaal van vind. Ik vind het natuurlijk allemaal fantastisch en een aantal minuten later mag ik en daarmee de bus en mijn medepassagiers weer verder. Ik ben in Kerman voor een bezoek aan de woestijn om een nacht door te brengen tussen de Kaluts. Het is lastig om een goede omschrijving van de Kaluts te geven, maar zie het als een groot aantal bijzondere en enorme rots/zand formaties in het midden van de woestijn waarvan het niet helemaal duidelijk is hoe ze ontstaan zijn. Hopelijk kan een foto een idee geven. Hoe dan ook, samen met gids ben ik de volgende dag op weg naar de Dasht-e Lut woestijn. Met meer dan 70 graden de warmste plaats ter wereld. Onderdeel van de woestijntoer is een bezoek aan een citadel, een tuin midden in de woestijn en een bezoek aan een tombe waar ik als speciale gast (tegen betaling van 1 euro) de minaretten mag beklimmen. Tegenwoordig ligt er een weg dwars door de woestijn heen waardoor het niet moeilijk is om er te komen. Hoogtepunt in de woestijn zou de zonsondergang en het ontelbaar aantal sterren moeten zijn. Vanwege bewolking gaat de zonsondergang voornamelijk ongemerkt voorbij en zijn de zichtbare sterren op 2 handen te tellen. Pech voor mij, maar de ultieme stilte en fenomenaal uitzicht over de Kaluts maakt een hele hoop goed. Mijn gids maakt een prima gespreks- en backgammon partner en zo komen we de avond door in de woestijn. Vanwege een gemiste zonsondergang doe ik de volgende dag een poging voor zonsopgang. Opnieuw bewolking, dus opnieuw weinig uitzicht. Als mijn gids nog ligt te slapen doe ik nog een ommetje langs de Kaluts voor we weer terug gaan naar Kerman. Mooie en bijzondere ervaring die ik niet had willen missen.
Yazd
Na een busreis richting Yazd ben ik weer terug op het toeristenpad. En dat is prettig, alles gaat net wat makkelijker. Yazd is een oude stad met een meer dan 3000 jaar lange historie. De stad is duidelijk anders dan alle andere: rustiger, relaxter en nog vriendelijker. Het centrum bestaat uit oude historische bruine lemen huisjes en navigeren is er onmogelijk door de vele smalle steegjes. Op goed geluk loop ik door het centrum heen op zoek naar de bezienswaardigheden. Nou heb je in Iran over aandacht zo ie zo weinig te klagen, maar in Yazd lijkt de halve stad het nodig te vinden om me te begroeten of een praatje te maken. Enkele moskeeën, musea, traditionele huizen, nog meer moskeeën en enkele andere bezienswaardigheden verder besluit ik dat ik alles gezien heb dat ik wil zien in Yazd. Omdat ik nog wat tijd over heb ga ik naar een Zoroastriaanse vuurtempel een paar kilometer buiten het centrum. De tempel blijkt bij aankomst dicht te zijn, en samen met een andere Iraniër die ik toevallig tegenkom sta ik voor gesloten deur. De Iraniër is nogal een karakter, hij zegt uit Tehran te komen en artiest te zijn. Hij maakt documentaires samen met zijn zus. Het is behoorlijk warm in Yazd, maar de beste man heeft een dikke winterjas en handschoenen aan en zweet zich kapot. Zijn Engels is niet best, maar we weten een manier te vinden om elkaar duidelijk te maken dat we niet zomaar opgeven. Nou ja, dat mijn nieuwe Iraanse vriend niet zomaar opgeeft. Ik volg. Iedereen op straat wordt aangesproken op zoek naar het huis van de sleutelhouder, 'die jongen is helemaal uit Nederland gekomen om deze tempel te zien'. Eenmaal bij het huis aangekomen blijkt de sleutelhouder niet thuis. Helaas, missie mislukt, maar vermakelijk was het zeker.
Tehran
Ik wil eigenlijk naar Mashhad, maar omdat treinen volgeboekt zijn en ik weinig voel voor een nachtbus besluit ik mijn plannen te wijzigen. Ik wil naar een ecolodge in een klein Turkmeens dorpje, in de buurt van de grens met Turkmenistan. Nu ik niet via Mashhad kan besluit ik via Tehran te gaan. Tehran is tot nu toe de enige stad in Iran waar ik weinig warme gevoelens aan over heb gehouden, maar het is de makkelijkste optie. De bus ernaartoe is een luxe, maar eenmaal in Tehran zitten we nog een uur vast in het verkeer voor ik midden op de snelweg uit de bus gegooid wordt. Nooit fijn om daar een taxi te moeten zoeken, ik heb ook nog eens geen flauw idee waar ik ergens ben. De eerste 3 of 4 taxis willen me niet meenemen, ik heb geen idee waarom, waarschijnlijk ben ik nogal ver van mijn beoogde bestemming. Een nogal vage chauffeur neemt me mee, waarschijnlijk omdat hij geen flauw benul heeft waar ik heen moet. Dat gaat hij eerst nog een tijdje proberen uit te vinden bij andere taxichauffeurs. Hij blijkt een behoorlijke Ahmedinejad fan te zijn getuige de nodige liedjes die voorbij komen. Ik heb ook zo mijn twijfels of hij het wel allemaal goed ziet, maar we rijden gelukkig nergens tegen aan. Midden in de stad komen we volledig vast te staan voor meer dan een uur, waarschijnlijk de reden van de andere taxichauffeurs om mij niet mee te nemen. Eenmaal aangekomen volgt de onvermijdelijke gelddiscussie die door mijn taxichauffeur wordt gewonnen wanneer hij mij begint te kussen. De beste onderhandelingstechniek tot op heden.
Tehran is opnieuw niet erg vriendelijk voor mij. Er zijn nog best een aantal dingen die ik wil zien maar omdat het weer eens Vrijdag is, is alles gesloten. Op de kerk na, waar ik een poging doe om het zeer bijzondere interieur te fotograferen. Tot de priester mij komt melden dat dit niet de bedoeling is. Lichtelijk geïrriteerd wil ik de discussie aangaan, maar realiseer me ook dat dit even nutteloos is. Het is vreemd, maar tijdens deze reis voel ik me in moskeeën altijd meer welkom dan in de kerken.
Gelukkig word er ook in Iran in het weekend gevoetbald. Lekker vertrouwd naar een potje voetbal kijken op 'Zondag', niets mis mee. Helaas speelt vandaag alleen de kleinste club in Tehran in een niet al te indrukwekkend stadion. Het niveau doet pijn aan de ogen, evenals het vele theater op het veld, en de sfeer is ongeveer gelijkwaardig aan het spel. Maar goed, voetbal is voetbal, dus ik vermaak me prima. De wedstrijd tussen Rah Ahan en Saipa eindigt na en comfortabele voorsprong van 2-0 in de slotfase nog onverwachts in 2-2.
Golestan National Park
Na een behoorlijk aantal steden bezocht te hebben ben ik toe aan natuur. Van een van mijn medereizigers heb ik de tip gekregen van een ecolodge in een klein Turkmeens dorpje. De ecolodge is nog niet zo lang open en niet terug te vinden in westerse reisboeken. Er zijn dan ook nog niet veel buitenlanders geweest. Via de ecolodge wordt geprobeerd toeristen te introduceren aan de bevolking, en hun manier van leven aan de toeristen. Dit op een manier dat de bevolking hier financieel optimaal van profiteert, iets dat hard nodig is. Tevens wordt een poging gedaan de unieke flora en fauna in het Nationaal Park te behouden. Het is het laatste leefgebied van het Perzisch Luipaard waar nog maar zo'n 25 exemplaren van overgebleven zijn.
Ik ben de enige in de ecolodge, waar ik de meeste tijd spendeer met de man die het runt, waardoor ik veel leer over de levenswijze, de problemen en het nationaal park. Enkele vrouwen uit het dorp komen voor mij koken. Alleen gebruikmakend van lokale ingrediënten. Ik mag helpen met het maken van mijn brood. En hoe hard ik ook mijn best gedaan heb, onmogelijk om alles op te krijgen. Wel veruit de beste maaltijden van deze reis. Gelukkig staan er ook twee dagvullende wandeltochten op het programma voor wat nodige activiteit. De bossen doen me denken aan de bossen in Nederland, waarschijnlijk vanwege een vergelijkbaar klimaat. Vanwege regen in de afgelopen dagen lijkt de tocht af en toe meer op het betere wadlopen met behoorlijk wat glijpartijen tot gevolg. Maakt de tocht niet minder plezierig. Als het weer tijd is om de ecolodge te verlaten word ik opgehaald door dezelfde taxichauffeur als die me eerder gebracht heeft. Omdat het ditmaal nog niet donker is merk ik pas hoe mooi de omgeving is waar ik me in bevindt. De taxichauffeur is de verpersoonlijking van Iraanse gastvrijheid. De man regelt (en koopt) eten en drinken voor me, laat me enkele bezienswaardigheden zien in de buurt, showt me nog even aan zijn vrienden, regelt een busticket voor me en een hotelkamer voor hij afscheid van me neemt. Hij wil ook nog een foto van mij op zijn mobiel, als aandenken. En daar is niets mis mee. Op dat moment ben ik in Gorgan, waar ik nog even de straat op ga om inkopen te doen. Overal waar ik kom moet eerst nog even een praatje gemaakt worden. Ik vlucht dus maar snel terug naar mijn hotel omdat ik anders nooit aan slapen toe kom.
Tabriz
Mijn laatste bestemming in Iran zal Tabriz zijn. Helaas loopt mijn visa ten einde en moet ik dus mijn weg terug gaan maken naar Turkije. Om in Tabriz te komen zijn nog wel 2 reisdagen nodig. De bus richting Rasht waar ik in terecht kom is erg oud en krap, met stip de slechtste bus tot nu toe. De reis zou ongeveer 8 a 9 uur moeten duren, een lange tijd om opgevouwen te zitten. Als de chauffeur ook nog eens besluit zijn spiegel aan gort te rijden, en we onderweg meer stil staan dan rijden wordt het een busrit van 12 uur en kom ik vrij laat aan in Rasht.
Vanuit Rasht verwacht ik een simpele niet al te lange busrit naar Tabriz. Het loopt anders. Op het busstation aangekomen blijkt de eerste bus pas om half 10 savonds te gaan. Na wat opties te hebben bekeken blijkt het mogelijk om via Zanjan een bus te vinden naar Tabriz. Dit betekent een kleine omweg maar daar heb ik geen problemen mee. Voor ik het weet zit ik in de bus op weg naar Zanjan. Hoogtepunt is de weg door de Alamut Valley waar ik eigenlijk een hike gepland had staan. De omgeving is fenomenaal en het enige dat ik wil doen is de bus uitspringen om rond te gaan lopen. Dat doe ik niet, ik heb tenslotte een aflopend visa. Eenmaal in Zanjan ga ik hoopvol op zoek naar de bus richting Tabriz. Deze blijkt net een half uur geleden vertrokken en een andere bus gaat niet meer vandaag. Klote. Een oplossing wordt al snel aangereikt, snel spring ik in een taxi zodat ik daarmee de bus in kan halen. Zo gezegd, zo gedaan en redelijk vlot zit ik zowaar in de bus naar Tabriz. Het geluk lacht me dan weer toe en ik ben zelfs voor donker in Tabriz.
In Tabriz is het koud, de tweede dag ligt er zelfs een behoorlijk pak sneeuw. Een behoorlijk contrast te bedenken dat ik niet al te lang geleden nog rondliep in de woestijn. Echt goed voorbereid op de kou ben ik niet, mijn spullen zijn voornamelijk afgestemd op Afrika. In Tabriz regel ik vooral wat praktische zaken voor mijn terugkeer naar Turkije. Ik bezoek ook nog de belangrijkste bezienswaardigheden maar ik spendeer zo min mogelijk tijd buiten.
Het is jammer om Iran te verlaten. Als ik de mogelijkheid had was ik er waarschijnlijk nog een maand langer geblven. Maar ik kan met genoegen terug kijken op de manier hoe ik mijn tijd in Iran besteed heb. De enorme diversiteit van het land, de bijzondere bezienswaardigheden en de onwaarschijnlijk vriendelijke bevolking hebben een onuitwisbare indruk achter gelaten. Ik heb dan ook zeker het gevoel dat ik nog een keer terug zal gaan, ooit.
Warm welkom in een koud Turkije
De grensovergang tussen Iran en Turkije is een eenvoudige. Geen vragen, geen controle, 2 stempels ophalen en binnen no-time sta ik weer in Turkije. Daar word ik snel in een minibusje geladen en naar Dogubayazit gebracht. Ik wil daar een nacht blijven om het Isak Pasi Paleis te bekijken, gebouwd midden in de bergen. Het palijs is zo'n 6km buiten de stad, wat voor mij normaal gesporken een fijne wandeltocht betekent. Zelfs al had ik gebruik willen maken van het openbaar vervoer, dat is er in de winter bijna niet. De meeste mensen blijven blijkbaar liever binnen met -5 C. Mijn wandeltocht is een prettige met aan de ene zijde zicht op Mt Ararat (de hoogste!) en de andere zijde nog meer besneeuwde bergen en het paleis constant in de verte in zicht. Op het moment dat ik het voordeel van handschoenen en muts in begin te zien hebben een aantal Turkse studenten medelijden met me en krijg ik een lift in hun fijn verwarmde busje. Na een uitgebreide fotoshoot van het paleis, waar ik zolang als mogelijk blijf genieten van het uitzicht en de fenomenale omgeving. Nog geen 100 meter onderweg naar beneden ziet een andere Turkse man de waanzin van mijn missie in en krijg ik een lift, en uitnodiging voor thee, terug naar Dogubayazit. Het is prettig terug in Turkije te zijn.
Malatya & Yuvacali
Vanuit Dogubayazit besluit ik ineens door te gaan naar Malatya, met voornaamste reden dat de temperatuur daar boven de 0 zou moeten zijn. Een behoorlijk vermoeiende reis van zon 16 uur, maar hier behoort een sneeuwballengevecht in ieder geval niet tot de mogelijkheden. Een van de bezienswaardigheden die hoog op mijn verlanglijstje staat is Nemrut Dagi, een indrukwekkend tempelcomplex midden (je raad het al) op een berg. Al snel vind ik echter uit dat mijn geplande bezoek geen doorgang gaat vinden, de weg is geblokkeerd door sneeuw en dus onbegaanbaar. In Malatya is verder vrij weinig te beleven, buiten het Archeologisch museum. Dit is echter gesloten op Maandag, en laat het nou net Maandag zijn. Na mijn teleurstellende bezoek aan Malatya heb ik een bezoek geregeld aan een klein Koerdisch dorpje in de buurt van de Syrische en Iraakse grens. De weg ernaatoe bestaat uit een 5 tal bussen en busjes. Ik word een dag lang van het ene busje in het andere busje geladen zonder dat ik ook maar een enkele keer mijn tas zelf hoef te dragen. En daar sta ik dan in Yuvacali waar ik opgewacht wordt door mijn Koerdische gastfamilie. Tot mijn verbazing ben ik niet de enige buitenlander, er zijn hier maar liefst 3 andere. En dat zijn de eerste westerlingen die ik na 2 westerlingloze weken te zien krijg. Vooral met een Zuid-Afrikaan kan ik goed overweg. Het project hier is vergelijkbaar met de ecolodge die ik bezocht heb in Iran. Al de inkomsten van Toerisme komen ten goede aan de mensen in het dorpje die voor de toeristen zorgen, met als grote verschil dat het hier al een stuk verder ontwikkeld is. Enkele weken voor mijn bezoek is 3 op reis langsgeweest voor een documentaire, welke naar mijn weten nog uitgezonden moet worden op Nederlandse TV. Geen idee wanneer, maar voor volgers van dat programma misschien leuk om in de gaten te houden. Nadat ik op z'n Koerdisch heb leren eten, het was weer eens veel te veel en veel te lekker, krijg ik nog een rondleiding langs de omgeving waar vroeger Armeense en mogelijk Romeinse nederzettingen zijn geweest. Er wordt met enige regelmaat van alles in de grond teruggevonden dat verdacht veel lijkt op wat ik de laatste tijd in veel musea ben tegengekomen. De hele funderingen van een oud dorp zijn terug te vinden, en een kunstmatige berg die hoogstwaarschijnlijk ontstaan is doordat er door de tijd heen meerdere volkeren hun thuisbasis van hebben gemaakt. Als spontane amateur archeoloog doe ik mijn best tot het vinden van de archeologische vondst van de eeuw maar verder dan een paar oude stenen en flessendoppen kom ik helaas niet. Als al mijn medewesterlingen alweer vertrokken zijn wil ik het dorpje gaan verkennen. Iets dat gezien de vrij geringe omvang van het dorpje niet meer dan een half uur in beslag zou moeten nemen. Nadat ik mijn goede beentje nog even heb voorgezet door een vrouw te helpen met het verplaatsen van wat puin (haar man had het te druk met toekijken) word ik belaagd door een groepje schoolmeisjes. Die geven me een rondleiding door hun school. De rondleiding bestaat uit 1 klaslokaal en nam dus niet al teveel tijd in beslag. De fotoshoot waartoe ik daarna gedwongen word wel. Nog steeds belaagd door de groep schoolkinderen word ik door een groep mannen uitgenodigd voor thee. Hier krijg ik meteen de mogelijkheid om wat over de Koerdische gewoontes en de verstandhouding met de Turken te leren. Ook hier zijn de vrouwen hard aan het werk waar de mannen zich voornamelijk te goed doen aan thee. Na enkele vragen hierover blijk ik het verkeerd te zien. De vrouwen zorgen alleen maar voor het huishouden en de kinderen. Een vrij simpele taak. Dat een gemiddeld gezin uit minimaal 10 kinderen bestaat doet daar niet aan af. Als ik weer verder ga om mijn tocht door het dorpje te vervolgen kom ik wederom niet tot het einde van de straat. Ik moet echt even binnenkomen voor nog meer thee, en fruit. De man waar ik te gast ben spreekt weinig engels, maar overal is een oplossing voor. Het huis bestaat maar uit 2 of 3 kleine ruimtes maar een moderne laptop met internet is wel aanwezig waardoor een gesprek via Google Translate een prima oplossing is. Nadat ik met moeite een aanbod voor avondeten weet af te slaan is het alweer donker en tijd om terug te gaan naar mijn gastfamilie.
De tweede dag is het de bedoeling dat ik een gedeelte van Abrahams Path ga lopen. Abrahams Path is een wandelroute door het hele midden-oosten, waarvan het Turkse gedeelte op dit moment nog gemarkeerd wordt. Ik mag de eerste zijn die de eerste 2 dagen van het Turkse gedeelte gaat lopen. Iedereen is enthousiast en het is een mooie dag voor een mooie wandeltocht. Ik zal foto's moeten sturen en een verslag uitbrengen voor de website, grote druk op mij dus. De tocht brengt mij en mijn gids naar een oude begraafplaats op een berg en een archeologische plaats waar wat overblijfselen en funderingen te vinden zijn van iets wat ooit een nederzetting zal zijn geweest. Ook hier is nooit onderzoek gedaan en het is dus niet duidelijk van wanneer het allemaal dateert. Opnieuw geen archeologische vondsten van enige importantie door mij. Zelden lopen we over paden, bijna de hele tocht is over akkers en open velden. We komen alleen af en toe een boer, en wat vee tegen. Het laatste deel van de toch gaat over heuvels en ik heb er meer moeite mee dan ik zou moeten hebben. Ik ben blij als we in het dorpje aankomen. Slechts 20 huizen en 200 mensen, en geen geasfalteerde weg om er te komen. We brengen de avond en nacht door bij een familie, welke tevens voor ons eten zal zorgen. Ook voor hun een eerste keer.
Eenmaal bij de familie ga ik me steeds slechter voelen, zo slecht dat ik moet gaan liggen. Op de grond, bedden zijn er niet. Het is moeilijk om duidelijk te maken hoe slecht ik me voel en waarom ik niets kan eten. Overgeven maakt het overtuigender. De familie doet erg hun best om me te helpen, wat het eigenlijk alleen maar ongemakkelijker maakte allemaal. Een slechter moment om ziek te worden is er niet.
Doorlopen is de tweede dag geen optie dus worden we opgehaald en terug gebracht. Mijn bezoek aan Gobekli Tepe, de oudste tempel ter wereld, gaat hier helaas ook mee voorbij. Het enige waar ik op dat moment behoefte aan heb is een goed bed en vooral een westerse WC. Als ik duidelijk weet te maken dat een gat in de grond, en een afwezigheid van bedden, niet bevoordelijk is voor mijn herstel word er gelukkig een goed hotel voor me geregeld en word ik naar Sanliurfa gebracht.
Sanliurfa
Na 4 dagen zielig en alleen doorgebracht te hebben in mijn (comfortabele) hotelkamer waarvan ik jullie de details zal besparen besluit ik nog een dag extra te nemen om ook nog iets van de stad zelf te zien. Na een bezoekje aan het Archeologisch Museum word ik aangesproken door 2 meisjes. Eentje spreekt een beetje Engels en behandeld mij als een soort god. Iets dat niet vaak voorkomt, maar wel erg natuurlijk aanvoelt. Ik spendeer de rest van de dag met de 2 meisjes waarbij ik een bezoekje doe aan het huis van een van de meisjes voor thee, aan het kasteel met uitzicht over de stad en ze brengen me nog naar een opgraafplaats waar niet al telang geleden een behoorlijke hoeveelheid Romeinse Mozaïken in erg goede staat gevonden zijn. De mozaïken zijn nog in geen riesboeken terug te vinden maar dat gaat ongetwijfeld veranderen, alleen daarvoor ben ik de meisjes al dankbaar. Na een dag nemen we weer afscheid omdat ik weer verder wil gaan naar Gaziantep.
Vanuit Sanliurfa is het de planning om door te gaan naar Syrië en Libanon. Door alle ellende de afgelopen dagen heb ik weinig tijd meer om er iets van te zien. Op 17 December moet ik in Jordanië zijn omdat ik dan bezoek krijg van een vriend. Daarnaast word de situatie in Syrië er niet beter op met erg onzekere grensovergangen die ieder moment kunnen sluiten. Als ik dan ook nog lees dat er elektronica ingenomen kan worden aan de grens, en daarvan heb ik het een en ander bij, besluit ik dat het alle mogelijke risico's niet waard is. De enige optie is dan nog vliegen, en de kortste vlucht naar Jordanië is vanaf Cyprus. Op naar Cyprus dus!
Gaziantep
Mijn laatste echte stop in Turkije zal Gaziantep zijn. Ik ga naar een hotel van waar ik uitzicht heb op het veld van Gaziantepspor, altijd leuk. Hoogtepunt is een museum met een enorme hoeveelheid romeinse mozaïken. Gelijk na mijn aankomst ga ik naar het Archelogisch Museum, waar ik geen enkel stukje mozaïk weet te vinden. Het blijkt dat er een compleet nieuw museum is gebouwd totaal gewijd aan de mozaïken.
Dit museum bezoek ik de volgende dag meteen waar de mozaïken op zeer fraaie wijze gepresenteerd worden in het moderne museum. Ik spendeer er een groot deel van mijn morgen om alles te bekijken en te fotograferen. Hoogtepunt volgens de bewaker is een kleine mozaïk van een sigeunermeisje. Welke (voor mij) vooral extra grootheid met zich mee krijgt doordat het een compleet eigen ruimte gekregen heeft. Ook wel de mona lisa van Turkije genoemd omdat er een vergelijkbare techniek voor de ogen gebruikt is. Wat je allemaal wel niet met mozaïk kan doen.
De rest van de dag spendeer ik met een bezoek aan alle andere bezienswaardigheden in Gaziantep. Waar ik er niets van verwacht resulteert dit in een zeer aangenaam vervolg van de dag. Vooral enkele indrukwekkende kerken omgebouwd tot moskee en de christen/joodse wijk zijn indrukwekkend. Als er dan zelfs nog een museum is dat mij kan fascineren is mijn laatste sightseeing dag in Turkije geslaagd te noemen.
Op een nieuwe voedselvergiftiging na later op de avond dan. Met een spetterende nacht tot gevolg. Fijn als je net hersteld bent van de vorige.
Tasucu
Van Gaziantep verwacht ik een lange reisdag naar Tasucu, de havenplaats waar boten naar Cyprus gaan. Gelukkig mag ik nog een keer genieten van hoe goed het openbaar vervoer geregeld kan zijn in Turkije. Via 3 verschillende formaten bussen ben ik ruim voor donker in Tasucu waar ik mezelf trakteer op hotelkamer met uitzicht op zee. Het is tenslotte mijn laatste nacht in Turkije.
Als ik mijn ticket voor de boot wil gaan kopen word mij gemeld dat de boot de volgende dag vanwege slecht weer misschien niet gaat. Duimen dus. Als de volgende dag blijkt dat dit niet heeft geholpen hoor ik meteen dat ook de boot voor een dag later alvast geannuleerd is. Er gaat 2 dagen later alleen een grote nachtboot waar ook auto's en vrachtwagens op mee kunnen. Ik kom een Engelsman tegen met hetzelfde probleem waardoor ik in ieder geval gezelschap heb in de 2 dagen dat ik moet wachten op de boot. We doen een bezoekje aan een dorpje in de buurt en een wandeltocht langs de kust. Het is vervelend om te moeten wachten maar tegelijkertijd ook een goed moment om tot rust te komen. Op de dagen dat ik ziek was na heb ik vooral ontzettend veel gedaan en gezien en ontzettend veel tijd in bussen doorgebracht op een tempo dat niet echt vol te houden is.
Als ik dan weer helemaal tot rust gekomen ben bevind ik me om 12 uur snachts op de boot naar Cyprus die met anderhalf uur vertraging vertrekt. Het is slechts 65 km varen, maar de boot weet er toch een uur of 9 over te doen. Gelukkig heb ik gezelschap van enkele medereizigers.
In totaal heb ik dan deze reis 5 weken doorgebracht in Turkije. Waar ik vooraf het idee had er niet teveel tijd door te willen brengen. En dan te bedenken dat ik niet eens de helft van de dingen gezien heb die me interessant leken. De grote verschillen tussen Oost en West zijn fascinerend. Waarbij de gastvrijheid in het Oosten vergelijkbaar is met die in Iran. En enkele dagen in een Koerdisch dorpje die ik niet snel zal vergeten.
Cyprus
Op Cyprus spendeer ik 2 nachten op het Turks bezette gedeelte in Girne, en 2 nachten op het Griekse gedeelte in Larnaca. Deze scheiding heeft nogal wat praktische probelemen tot gevolg. In het midden van het eiland loopt 'de groene lijn'. Een bufferzone die als grens tussen beide dient. Door politieke ingewikkeldheden is het lang illegaal geweest wat ik wil doen, via het Turkse gedeelte binnenkomen en via het Griekse gedeelte verlaten. Dat is het nog steeds voor alle nationaliteiten die niet tot de EU behoren. Vanwege de toetreding van Cyprus tot de EU zou het voor mij geen problemen moeten opleveren, als ik mijn research goed gedaan heb dan. Komt dat EU burgerschap toch nog een keer van pas.
Ik had geen idee wat ik van Cyprus kon verwachten omdat het nooit de bedoeling was ernaartoe te gaan. In de 4 dagen dat ik er ben kan heb ik zoveel mogelijk gezien van Girne, Nicosia en Larnaca als ik kon. Cyprus is erg aangenaam, er hangt een rustige en relaxte sfeer en er is veel te doen en te zien vanwege de rijke historie. Het Turkse gedeelte (waar betaald wordt met de Turkse Lira) en het Griekse gedeelte (Euro) zijn duidelijk anders maar hebben ook veel overeenkomsten. Het meest duidelijk is dit te merken in Nicosia, de hoofdstad welke midden op de groene lijn ligt. Midden in de stad loop je regelmatig tegen een barricadering aan, waar je de verpauperde huizen in de bufferzone kan zien. Een bizarre gewaarwording. Een grensovergang voor voetgangers bevindt zich midden in de stad, waar aan Turkse zijde netjes het paspoort gestempeld wordt. En waar in de bufferzone wat verdwaalde hippies protesteren voor vrede. Zo wordt de drukste Turkse winkelstraat van de Griekse gescheiden. Verderop midden op de groene lijn staat een kerk welke alleen via de voordeur in het Griekse gedeelte te bereiken is, en waarbij de achterdeur gebarricadeerd is.
Morgen is het alweer tijd om Cyprus te verlaten en mijn avontuur in het midden oosten te vervolgen. Een vlucht van een uur moet mij van Larnaca naar Amman in Jordanië brengen. Hier komt Rob een dag later ook aan en hij zal bijna 4 weken met mij Jordanië en Egypte gaan verkennen. Kerts en Oud & Nieuw ben ik dus zo ie zo niet alleen, al zal ik zeker van kerst niet veel meekrijgen omdat niet gevierd wordt in het midden oosten.
Voor degene die het wel gaan vieren: prettige feestdagen!
Een volgend verslag zal waarschijnlijk in 2012 zijn. Tot volgend jaar!
-
15 December 2011 - 20:30
Joyce:
Gim wat een briljant en mega lang verslag! Nogmaals alvast veel plezier in jordanie! X -
16 December 2011 - 13:36
Robbie:
Leuk om je uitgebreide reisverslag te lezen. Een digitale kerstgroet uit Nederland :-) en een goede reis samen met Rob!
Groeten,
Robbie
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley